top of page

Dankuwel Desmond Tutu

De wereld voelt een stuk killer aan wanneer een goed mens heengaat. Desmond Tutu was zo'n goed mens. Ik werd even stil toen ik het bericht hoorde van zijn overlijden. De afgelopen jaren heb ik hem en zijn werk gevolgd en is hij ook mijn hart binnengeslopen. Op een blauwe maandag heb ik me zelfs aangemeld bij de naar hem vernoemde leerstoel in Amsterdam om zijn visie op verzoening toe te passen op het vredesproces op Cyprus. Meer is er niet van gekomen, maar zijn menselijkheid en optimisme blijven aanstekelijk doorwerken. Wat een man. Wat een lach. En wat een doorzetter. Welke ideeën hebben een sterke indruk achtergelaten bij mij als persoon en welke invloed heeft hij gehad op mijn denken?



Geen toekomst zonder vergeving

Toen ik jaren geleden in een donkere periode terechtkwam, zag ik maar weinig goeds in anderen. Ik zag vooral de headlines van krantenkoppen en hoorde alleen het slechte nieuws van het journaal. Wat gebeurt er een hoop in de wereld. Er woedt altijd ergens een oorlog, er is altijd een conflict, altijd iemand die in de ochtend kwaad aan het smeden is. Dat waren de gedachten waarmee ik rondliep. Ik was namelijk beroofd van iets goeds en ik kon nergens een dader vinden tot wie ik mijn boosheid en verdriet kon richten. Ik liep rond met zoveel woede in me, dat als er een dader was geweest, ik mijzelf waarschijnlijk niet had kunnen bedwingen. Tegen God kon ik niet meer schreeuwen, want mijn woorden leken niet aan te komen. Tegen het kwaad kon ik me ook niet richten, dat werd mij te abstract. En dat was het dan. Het leven. Mijn vader zei het eens goed: "Hayati böyledir. Zo is het leven." En dat is helemaal waar. Maar nu? Wat moest ik nu doen? Want iets in mij schreeuwde om gerechtigheid. Zomaar iemand verliezen, terwijl de wereld gewoon door blijft draaien, doet geen recht aan dat verlies. Er is een persoon, een mens met alles erom heen, verdwenen. Dat mag niet zomaar aan ons voorbij gaan. En toen kwam ik op een dag een documentaire tegen van aartsbisschop Desmond Tutu. Ik had al enkele boeken van hem liggen, maar nooit opgepakt om te lezen. Ik wilde dat wel, maar ik kon het cognitief niet. De impact van het verlies had ook daar zijn tol geëist. Kijken en luisteren kon ik wel. En in die documentaire zag ik een kleine man met een groot hart en een luide stem, die het kwaad bij de hoorns pakte en ook nog eens meende daartoe door God aangespoord te zijn. Hij zei zelf eens dat hij het beest in de ogen heeft gekeken toen hij de waarheidscommissie voorzat, die een einde moest maken aan de slachtpartijen van zwarte mijnwerkers en een stuk gerechtigheid moest brengen aan al dat verlies. Ik zag hem instorten, zijn hoofd omlaag tegen zijn voorzitterstafel aangedrukt, huilend om het zoveelste verhaal van iemand die een partner, familielid of vriend verloor. Dat raakte me. Er huilt iemand om het verlies van een ander. Maar wat mij het meeste trof, waren de verhalen van deze mensen die op zoek waren naar die daders, de schoften die hun levens hadden verwoest. Niet om hen te straffen, maar om hen te vergeven! Terwijl ik dit typ, ervaar ik opnieuw dat er iets door mijn hart heen snijdt, alsof een chirurg de wond behandelt en geneest. Er is geen toekomst zonder vergeving. Dat is een van de vele lessen die deze rebel voor de vrede mij heeft geleerd. Ik had geen persoon die ik kon aanwijzen. Ik herkende dat gevoel dat zij ook hadden. Maar ik moest iets of iemand vergeven. Anders kon ik niet verder. Was het God? Was het het leven? Dat maakte me niet meer uit. Ik moest verder.


We zijn wie we zijn door anderen

Hij kwam toen ook met het radicale idee dat de daders en slachtoffers elkaar nodig hebben. Wie zegt nou zoiets? We kunnen niet in ons eentje tot ons recht komen, je hebt anderen daarbij nodig. Hij noemde dat 'ubuntu'. Je zou eens moeten opzoeken hoe hij dat zegt. Een goed voorbeeld daarvan is bij zijn bezoek aan de collegetour met Twan Huys in 2013. 'Oe-boen-toe', waarbij de laatste 'toe' van zijn lippen afspringt, geeft de Afrikaanse idee weer dat we zijn wie we zijn door anderen. Hij vertelt daarbij een van zijn vele typerende verhalen die je altijd weer aan het denken zet en zeker een moreel beroep op je doet. Het is het verhaal van hemel en hel. In de hel zitten een heleboel mensen om tafel en op die tafel is een overvloed aan eten. Maar het vreemde is dat iedereen daar omheen vreselijk mager is. Met hun lepels krijgen ze het eten niet in hun mond. De lepels zijn daar te lang voor. Hier staat Desmond Tutu even op en laat hij zien hoe klungelig de pogingen zijn om dat eten in je mond te krijgen. Maar er is ook een hemel. Ook daar zitten een heleboel mensen om tafel, maar die zijn vol en verzadigd. Wat blijkt? Zij hebben ook die vreemde lange lepels, maar zij voeren niet zichzelf maar elkaar. De zaal vol met studenten barst in lachen uit en klapt spontaan bij het horen van die laatste zin. We zijn wie we zijn door anderen. Niemand komt tot zijn recht in zijn eentje.


We zijn gemaakt voor goedheid

Het strijkt je zo tegen je calvinistische haren in, maar in de ogen van de Zuid-Afrikaanse anglicaan is iedereen fundamenteel goed. Toen ik aan het boek begon met de titel 'Made for goodness', die hij samen met zijn dochter Mpho schreef, moest ik mezelf er actief aan herinneren om het verhaal met een 'open mind' te blijven lezen. Niet dat ik van huis uit opgevoed ben met de gedachte dat iedereen ten diepste slecht is, zeker niet. Maar de titel gaat flink tegen de versie van het evangelie in die ik sinds mijn eigen ommekeer in 2001 heb gehoord. De goede God maakte de mens, maar die luisterde niet en ging van het rechte pad af. Er ontstond een kloof. God heeft generaties lang geprobeerd om de mensen te overtuigen om naar hem terug te keren, maar zonder enig succes. Daarom bedacht God het masterplan om zelf mens te worden en met die rebellie te sterven aan het kruis. Door op te staan uit de dood is die rebellie overwonnen en kan nu iedereen weer naar God toe gaan. In deze versie van het evangelie, dat ik kort-door-de-bocht weergeef, is elk mens door en door slecht. In zonde word je geboren, zegt psalm 51. In deze lijn van denken is er weinig ruimte voor goedheid in mensen zelf, terwijl ik het met Tutu eens ben gaan worden dat mensen in de basis goed zijn. Alles bij elkaar genomen was het zelfs heel goed in de eerste hoofdstukken van de bijbel. Ik moest dit verhaal weer horen. De scherpzinnige Tutu liet het de journalisten en media telkens weer weten: "Schrijf nou ook eens over alle goede dingen die mensen doen!" En hij heeft helemaal gelijk. We zijn gebrand op de slechte verhalen, maar niet op de goede. Het is een kunst om altijd weer de goede kanten van iemand te zien in plaats van alleen maar de slechte. Ik denk dat de goede God dat ook voortdurend doet. Had hij anders het project aarde niet allang opgegeven?


Wat in de binnenkamer wordt gezegd

Tenslotte werd ik door Desmond Tutu opnieuw overtuigd van de waarde van gebed. Voordat de stille jaren aanbraken, weet ik nog dat ik continu klaagde bij God. En dat is oké. Klagen is nog steeds communicatie, maar op een gegeven moment stopte ik volledig met bidden. Het was alsof ik tegen dovemans oren sprak. De hemel was akelig stil in tijden van verdriet. En dat was mijn wraak, mijn versie van recht. Doet u niets voor mij, dan doe ik ook niets voor u. Waar ik eerst nog met Habakuk riep "waarom laat u mij alle ellende zien, maar doet u zelf niets?", hield ik nu volledig mijn mond. Ik hield dat alleen niet zo lang vol. Hoe hard ik er ook tegen vocht, ik bleef overtuigd van de goedheid van God. In het boek "God heeft een droom" vertelde Tutu van de ene zin in psalm 46 "wees stil en weet dat ik ben God". Ik liet mijn neiging om te analyseren los en deed wat hij deed. Telkens weer een woord laten afvallen en dan later weer opbouwen. 'Wees stil en weet dat ik ben. Wees stil en weet dat ik. Wees stil en weet dat' etc. En telkens kwam ik daardoor weer tot een klein inzichtje. 'Weet dat ik ben'. Hij is de grote Ik Ben. 'Weet dat ik'. God gaat iets doen, niet ik. 'weet dat'. Er is iets wat ik mag weten, er gaat iets gebeuren. En zo liet ik me leiden in meditatie en kon ik er vaak sterker uit komen.


Maar wat me het meeste heeft geholpen is hoe Tutu ook richting God in zijn volledige menselijkheid bleef staan. De kleine Zuid-Afrikaan sprak, tierde, klaagde en huilde in de nabijheid van de grote God. Hij heeft zelfs God eens beticht van partijdigheid in de strijd tegen apartheid: "Waarom laat u al deze ellende ongestraft gebeuren? Bent u soms blank?" Het doet me beseffen dat God ons al door en door kent. Wat zou je van hem kunnen verbergen? We mogen onze emoties tonen, ook Hem eens op het matje roepen. Niet omdat wij het beter weten, maar omdat wij het van hem verwachten. En dat is de kracht van deze priester geweest, die in mijn ogen vaak de rol vervulde van een christelijke profeet. In gebed streed hij de strijd, ging hij met God in conclaaf, om vervolgens mensen -vaak regeringsleiders en overheden- verantwoordelijk te houden voor hun wanbeleid. Wat vindt de hemel van de aarde? De eens zo timide jongen spaarde niemand. Zo stuurde hij in 1976 een brief naar de toenmalige Zuid-Afrikaanse premier Vorster tegen het apartheidsbeleid (een brief die zichzelf schreef volgens Tutu). Hij belde George W. Bush op de vooravond van de oorlog in Irak op (hij bereikte echter Condoleezza Rice). Ook kreeg Aung San Suu Kyi in 2017 een brief om voor de Rohingya in Myanmar op te komen. Er ligt kracht in de omgang met God. Er zou zomaar iets kunnen gebeuren. Iets goeds, en iets moois. Dat is waar hij me aan herinnert.


Dank u wel voor alles, Gods dappere Desmond Tutu.

 


Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page