top of page

De Broer die Jezus geloofde

Wie van ons zou geloven dat zijn eigen broer of zus 'the chosen one' is? Dat doen we niet zo gauw, zeker niet in het nuchtere Nederland. Jakobus, de broer van Jezus, zou zomaar de uitzondering op de regel kunnen zijn. Hoewel we in de evangeliën lezen dat de broers niet in hem geloofden, lezen we dat Paulus na zijn bekering niet alleen aan apostel Kefas (Petrus) een bezoekje brengt in Jeruzalem, maar ook aan Jakobus, 'de broer van de Heer'. Wat deed Jakobus in deze stad? Zou hij dan toch tot de overtuiging gekomen zijn dat zijn broer meer is dan hij dacht?


Afbeelding van Devanath via Pixabay Van je familie moet je het hebben

Laten we eerst even terug gaan naar de tijd dat Jezus zijn boodschap van het komend koninkrijk verkondigde in de omstreken van Galilea. Weet je nog van die keer dat hij in zijn eigen dorp Nazareth sprak? Dat werd hem niet echt in dank afgenomen. Sterker nog, ze wilden hem volgens het Lucas-evangelie (Lc.4; sondergut) zelfs van de afgrond gooien. Nu was zijn preek ook niet echt bemoedigend, maar die poging gaat wel erg ver. Waarom moest hij ook zo nodig zeggen dat God in sommige crisistijden niet eens naar 'zijn eigen volk' uitkeek, maar naar de mensen van andere volken? Dit zijn dan nog je dorpgenoten. Die kunnen je een 'gekkie' vinden, maar de evangeliën stoppen ook niet onder stoelen of banken dat in huize Jozef zelf onenigheid was onder de gezinsleden. Het oudste canonieke evangelie Marcus rapporteert dat de familie van Jezus hem wilde grijpen toen hij bij zijn thuiskomst niet eens aan het eten toekwam wegens alle mensen die hem bezochten. Hij was 'buiten zichzelf' (ofwel niet helemaal bij verstand of zinnen). De aankondiging dat zijn moeder en broers hem toen gingen opzoeken, is wat alledrie synoptische evangeliën weten te beschrijven. En zijn respons is wat wij vandaag-de-dag een regelrechte 'burn' zouden noemen: "Wie zijn mijn moeder en mijn broers? Jullie (de volgelingen) zijn mijn moeder en mijn broers (Mc. 3: 20 - 35 / Mt. 12: 46 - 50 / Lc. 8: 19 -21)!" Au, dat zou vast pijnlijk zijn geweest. Zeker in een familie-georiënteerde cultuur waar je livelihood afhangt van de sterke familiaire banden. Er moet veel gebeurd zijn. Je wijst niet zomaar je eigen familie af (Mc. 10: 29 - 30). Jezus kreeg zo niet alleen weerstand onder zijn dorpgenoten, maar ook onder zijn eigen verwanten en huisgenoten (Mc. 6: 4). De ongelovige broers van Jezus Een van die broers die expliciet genoemd wordt in de evangeliën is Jakobus. Niet alleen wanneer Jezus in zijn vaderstad rondreisde en sprak wordt hij genoemd, maar ook bij zijn lijdensweg en executie. We lezen op deze momenten dat Jezus de zoon van Maria is (Jozef niet genoemd!), de broer van Jakobus, Joses, Judas en Simon. Dat zijn zijn broers, maar ook krijgen we te weten dat hij meerdere zussen heeft. Een ene Salomé wordt genoemd. Wie zij precies is, is onduidelijk. Zou dit een van de zussen kunnen zijn? Een van de eerste vrouwelijke volgelingen of de moeder van 'de zonen van Zebedeüs' [1]? Hoe dan ook, zij blijft hem trouw tijdens zijn veroordeling en kruisiging. Jezus heeft dus in elk geval vier broers en twee zussen (e.g. Mc. 6: 3 / Mt. 13: 55 / Lc. 24: 10). Voor onze tijd en plaats een groot gezin, maar het is nog maar een generatie geleden dat ook in Nederland gezinnen van acht kinderen heel gewoon was. Tenminste, mijn ouders komen beide van zulke grote gezinnen. Als je hun verhalen hoort over de onderlinge relaties, rollenverdeling en akkefietjes dan begrijp je al iets beter wat het betekent om deel te zijn van een groot gezin. Je eigen identiteit is deel van dat grotere geheel, jouw ambities ondergeschikt aan het grotere belang. Het succes van de een is het succes van allen. En zo ook de teleurstellingen. De familienaam staat op het spel. En nu loopt er iemand het land rond met een boodschap die niet door iedereen gewaardeerd wordt. Ergens begrijp je het ongemak van die broers wel. Je hoort het ze zeggen: 'Daar gaat ie weer, kan ie niet eens normaal doen?!' Het Johannes-evangelie stelt het nog wat scherper dan zijn synoptische tegenhangers: "Daarna trok Jezus door Galilea; in Judea wilde hij niet komen, omdat de Joden daar hem wilden doden. Nu naderde het Joodse Loofhuttenfeest, en daarom spoorden Jezus’ broers hem aan: ‘Blijf toch niet hier, ga naar Judea; dan zien ook je leerlingen het werk dat je doet. Niemand doet toch iets in het geheim als hij bekend wil worden. Als je dit soort dingen doet, laat je dan zien aan de wereld.’ Ook zijn broers geloofden namelijk niet in hem." (Jh. 7: 1vv)


Zijn broers gooiden hem voor de bus. Ik kan het niet anders zeggen. Jezus wordt al gezocht in de regio van Judea met zijn hoofdstad Jeruzalem. En toch spoorden zijn broers hem aan om in een van de drukste tijden van het jaar naar deze heilige stad af te reizen. In het tijdschema van het Johannes-evangelie was Jezus er al eerder geweest, maar vanaf nu lijkt hij daar in de buurt te blijven en start zo het begin van het einde. Jakobus, die consequent als eerste wordt genoemd, zou heel goed bij deze groep van broers geplaatst kunnen worden. Maar dan rijst de vraag: 'wat deed Jakobus rond 38 C.E. dan in Jeruzalem toen Paulus hem daar kort na zijn bekering opzocht (Gal. 1: 19)? Dat zijn slechts enkele jaren van Jezus' kruisdood af! Is Jakobus inmiddels tot inkeer gekomen of was hij daar om hele andere redenen?

Jakobus de Rechtvaardige Volgens enkele historische getuigen was Jakobus als 'de broer van Jezus die Christus werd genoemd' een zeer gerespecteerde man in de verschillende groeperingen van de heilige stad. En dat al tijdens het (aardse) leven van Jezus. Hij stond bekend als Jakobus de Rechtvaardige, die in de tempel zoveel voor het volk bad dat hij zelfs eeltlagen op zijn knieën had (lett. 'knieën als kamelen' [2])! Het kan zo maar zijn dat hij zich al een langere tijd in de Farizeese kringen begaf, en ook in de tempeldienst betrokken was. Dat zou het optreden van Jezus op het tempelplein ineens in een heel ander daglicht kunnen plaatsen. Hij pleitte daar in de geest van de grote profeten voor een andere omgang met het huis van zijn Vader, dat voor alle volken een plaats van gebed zou moeten zijn (Jes. 56: 6 - 7 / Zac. 14: 20 - 21). De priesterlijke elite werd erop aangesproken om deze geestelijke zaken niet te mengen met politieke en economische belangen. Het was daarmee ook een verzet tegen de inmenging van de Romeinen die een flinke vinger in de pap van de tempel hadden. Of Jakobus nou lid was van die priesterorde, een farizeeër of zelfs nazireeër [3] was, hij genoot veel gezag onder het volk. Toen hij namelijk in 62 C.E. door een sluwe list van de pasaangestelde hogepriester Ananus (Ananias II) veroordeeld en gedood werd wegens wetsovertreding [4]), was het volk zodanig in rep en roer dat koning Agrippa en procurator Albinus hardhandig tegen Ananus optraden. Hij kon na drie maanden al weer zijn koffers pakken [5]. De impact op het volk was groot. Begon hier de verdere escalatie dat vier jaar later naar de Judese Oorlog en de vernietiging van de tempel zou leiden? Dat is gissen, maar zeker is dat zijn dood in de stad en de vroege christelijke gemeenschap veel los heeft gemaakt. De sleutelfiguur van de vroege gelovigen Ook onder de eerste gelovigen genoot Jakobus als 'broer van de Heer' veel aanzien. Niet alleen laat Paulus weten dat Jezus ook aan Jakobus is verschenen [5] hij stelt hem zelfs in de lijn van de apostelen en wijst hem aan als een van 'de steunpilaren' van de kerk (rond 58 C.E.; Gal. 2: 9). Hij noemt zijn naam voor die van Kefas (Petrus) en Johannes, die beide keien waren in de vroege kerk. Na ja, kerk is misschien nog te sterk uitgedrukt, want er was toen nog geen sprake van een scheiding. Dat is pas later gekomen. De eerste christenen waren immers zelf van Judese afkomst en lijken juist hun presentie in en rondom de tempel te willen vestigen. Kerk zijn was bovenal gemeenschap (koinonia) zijn door samen te bidden en alles te delen. Jakobus lijkt hierin een sleutelfiguur te zijn die alles bij elkaar weet te houden: het Judese geloof volgen, met alle verplichtingen, en volgeling van de weg van Jezus zijn. Christen zijn was toen vooral het onderwijs van de apostelen over Jezus serieus te nemen en dat toe te passen in het dagelijks leven, ook al gingen de discipelen volgens Lukas nog wel gewoon naar de tempel (Hand. 5: 12 - 20). Misschien was er hoop op vernieuwing binnen de bestaande traditie. Er waren immers een heleboel Joden, waaronder priesters, tot inzicht gekomen van wie Jezus is (Hand. 6: 7). Maar die droom van vernieuwing lijkt samen met de dood van Jakobus gestorven te zijn.

Streng, maar rechtvaardig

Hoe dan ook, het is wegens zijn trouw aan de Thora extra bijzonder dat hij bij de eerste concilie (einde 40 C.E. / begin 50 C.E. ) namens de leiders uitsprak dat ook de heidenen erbij mochten komen zonder besneden hoeven te worden (lucky us). Die 'zware lasten' hoeven de heidenen niet te dragen. Wel moeten we enkele andere regels in de gaten houden (Hand. 15: 19 -21), maar die zijn een 'walk in the park' vergeleken met de Judese wetgeving. We hebben dus een hoop te danken aan deze concilie. Jakobus is aangesteld als opziener, maar blijft een conservatieveling. De heidenen krijgen clementie, maar de Judese gelovige blijft zich wel gewoon aan alles houden. Sterker nog, hij spoort Paulus aan om een reinigingsritueel te doen om te voorkomen dat mensen denken dat de 'apostel van de heidenen' aan de wetten zou ontsnappen (Hand. 21: 18 - 26). Jakobus blijft zo ook in de ogen van de mensen om hem heen die wetgeleerde. Denk maar eens aan het moment dat Paulus de andere apostelen op hun nummer heeft gezet. Hij zag hen niet zoals gewoonlijk met de heidenen eten wanneer de aanhangers van Jakobus binnenkwamen (Gal. 2: 11 -12). Hier wringt de schoen toch wel een beetje.


Getuigenis van Jakobus over Jezus

Nu hij zo betrokken is bij het reilen en zeilen van de allereerste geloofsgemeenschap, kunnen we dan met elkaar concluderen dat Jakobus tot inkeer gekomen is? Is hij door de jaren, en specifieker na de kruisiging, zijn broer als meer dan die ene jongen aan de eettafel gaan zien? Ik ben overtuigd van wel, mits hij natuurlijk bij die groep van broers hoorde die niet in hem geloofden (zoals Johannes-evangelie dat verwoordt). Wat vast staat is dat hij een hele reis achter de rug heeft. Van het verwerken dat zijn eigen broer bijzonder is tot aan het uitspreken dat de heidenen een waardige plek bij God hebben, heeft hij vast veel moeten wikken en wegen. En het mooie is: dat mag. Die ruimte krijgen we. Toen Jakobus volgens Hegesippus, een vroege Judese bekeerling, tijdens het paasfeest werd gevraagd of hij op een van de vleugels van de tempel het volk wilde toespreken met de boodschap dat Jezus niet de Christus is, heeft hij het moment genomen om een hele andere getuigenis af te leggen. Op de vraag wat die weg van Jezus is, oh rechtvaardige, zei hij: "Waarom vraagt u mij over Jezus, de Mensenzoon, Hij is nu gezeten in de hemel aan de rechterhand van Hem die alle macht heeft; en hij zal op de wolken van de hemel komen." Het volk riep hierna spontaan 'Hosanna, de Zoon van David'. Jakobus werd echter door enkele priesters en farizeeën direct naar beneden gegooid en gestenigd [6]. Hij overleefde het, maar zo'n getuigenis leg je niet af wanneer je twijfelt over de identiteit van je broer. Een getuigenis die Jezus trouwens ook zelf gegeven heeft toen hij tegenover de hogepriester en het hele sanhedrin stond (Mc. 14: 62 / Mt. 26: 64 / Lc. 22: 69). De dubbele boodschap is prachtig. Als mensenzoon (bar adam, Hebreeuws / bar enasj, Aramees) is hij 'mens onder de mensen', hij is slechts een van ons. En daarmee lijkt het een redelijk onschuldige belijdenis. Maar tegelijk is hij ook Mensenzoon, de voorloper van een toekomstig koninkrijk dat niet te breken is, waar alle mensen van alle volken en talen een plek hebben (Dan. 7: 13 - 14). Dit is de titel die Jezus voor zichzelf gebruikte, zijn volgelingen na hem en met hen ook zijn eigen broer Jakobus [7]. Wat een getuigenis.

Meer lezen? [1] Meer over de broers en zussen van Jezus vind je bij Richard Bauckham, The Relatives of Jesus (1996). Salomé is volgens vroege christelijke buiten-canonieke bronnen een van de zussen naast een ene Maria. En moet onderscheiden worden van een andere Salomé die een vroege volgeling was. [2] Hegesippus in Eusebius, Kerkgeschiedenis Vol. 2 Hoofdstuk 23 paragraaf 6. Vertaling: Chr. Fahner, Eusebius' Kerkgeschiedenis (2000). Hegesippus is een tweede generatie Judese bekeerling en volgens Eusebius de meest getrouwe getuige van die gebeurtenissen. Lees hier een gratis Engelse versie van zijn tweede volume. [2] Hegesippus in Eusebius, Kerkgeschiedenis Vol. 2 Hoofdstuk 23 paragraaf 5. Hij was heilig vanaf zijn geboorte; en hij dronk noch wijn, noch enig sterke drank, noch at hij vlees. Geen scheermes kwam dicht bij zijn hoofd; hij gebruikte geen zalfolie, en hij baadde niet (mijn eigen vertaling). Lees hier een gratis Engelse versie van zijn tweede volume. [3] Welke wet hij volgens Ananus overtrad, is onduidelijk. Richard Bauckham, For What Offense was James Put to Death?' in B. Chilton, C.A. Evans, James the Just and Christian Origins (Novum Testamentum Supplement Series 98; 1999), 199-232. [4] Flavius Josephus, De Oude Geschiedenis van de Joden, Hoofdstuk 20, paragraaf 9 gaat helemaal over de de executie van Jakobus. Lees de Engelse versie online. Zie ook Dominic Crossan, Jesus: a revolutionary biography (januari 2010), 150 - 152. [5] 1Kor. 15: 7. Ook in het buiten-canonieke evangelie van de Hebreeën wordt dit genoemd. Volgens dit evangelie verscheen Jezus zelfs als eerste aan Jakobus. Het evangelie van Thomas beschrijft zelfs dat Jezus naar Jakobus de Rechtvaardige wijst als de persoon bij wie de volgelingen moeten zijn wanneer hij weggaat. [6] Ook dit komt uit Eusebius. Henk Bakker heeft hier de nodige aandacht aan gegeven is zijn meest recente boek, Jezus, reconstructie en revisie (september, 2020). Wat een werk heeft hij hierin gestoken. Een must-read. Alleen al omdat hij de Nederlandse theologen en onderzoekers een plek heeft gegeven in het historisch onderzoek naar Jezus. [7] Het is trouwens niet ondenkbaar dat er nog meer broers waren die tot geloof waren gekomen. Paulus noemt in meervoud dat hij dezelfde rechten zou mogen hebben als de andere apostelen en broers van de Heer en Kefas (1Kor. 9 : 5). Ik begrijp dat het kopen van boeken geen goedkope aangelegenheid is. Voor de boeken hierboven verwijs ik alleen naar bol.com om te laten zien wat de inhoud van het boek is. Voor tweedehandse edities kun je goed terecht bij boekwinkeltjes.nl of marktplaats.nl. Helaas heeft de online bibliotheek niet alles in huis, maar het Gutenbergproject op gutenberg.org is een geweldig initiatief, waar je een hele hoop boeken online kunt lezen, weliswaar in het Engels.

Comentários


bottom of page