top of page

Kracht in Kwetsbaarheid

Voel je je weleens verslagen? Ik bedoel niet een beetje verdrietig of uit pas, maar echt verslagen? Dat hetgeen wat je ooit volledig omarmde als waarheid ineens uit het raam vliegt? Er kunnen soms dingen gebeuren in het leven die ervoor zorgen dat je in de kern wordt geraakt. Je beelden van God, mensen en de wereld kloppen ineens niet meer. De realiteit haalt je in. En dan moet je verder, maar hoe? Het verhaal van de Emmaüsgangers is dan een verhaal voor jou. Er zit namelijk kracht in in een plaats van kwetsbaarheid.


Foto door Yogendra Singh


We komen in het Lucasevangelie bij het verhaal van de zogenoemde Emmaüsgangers aan (Luc. 24: 13 - 35). Het is een paasverhaal, een verhaal van opstanding en verschijning (ophté). Een niet onbekend genre in de bijbelse wereld. En toch is dit specifieke verhaal een vreemde eend in de bijt. De evangeliën van Mattheüs en Johannes kenden het verhaal niet of hebben het niet opgenomen. Het evangelie van Marcus noemt wel iets, maar niet zo uitgebreid als Lucas. Het is daarmee iets unieks aan Lucas zelf (sondergut), zoals bijvoorbeeld het verhaal van de barmhartige Samaritaan dat is. Historici als het gezelschap van the Jesus Seminar zouden zoveel eeuwen later ook deze ontmoeting tussen de twee leerlingen met hun opgestane Heer niet opnemen in hun evangelie [1]. Wellicht is de historische basis voor hen te magertjes, maar naar mijn idee is er wel iets voor te zeggen. Hoewel Marcus het verhaal niet zo uitgebreid vertelt, noemt hij namelijk wel het volgende:

Daarna verscheen hij in een andere gedaante aan twee van hen toen ze buiten de stad aan het wandelen waren. Ze gingen terug en vertelden het aan de anderen; maar ook zij werden niet geloofd. [Mc. 16: 12 -13]

Nu we met elkaar ervan uitgaan dat Mattheüs en Lucas het evangelie naar Marcus tot hun beschikking hadden, zou het zomaar zo kunnen zijn dat Lucas verder op onderzoek uitging (het synoptisch probleem genoemd). Wie waren twee deze wandelaars? De naam van Kleopas komt dan naar voren. Die had net zo goed niet genoemd kunnen worden. En toch neemt Lucas de naam op. Zou hij ontdekt hebben dat Kleopas een van die twee leerlingen is? En heeft hij die Kleopas weten te traceren en zijn getuigenis van de reis naar Emmaüs weten over te nemen [2]? Wie deze man precies was, blijft een mysterie, maar er zijn redenen om te geloven dat dit de broer van Jozef is, de wettelijke vader van Jezus en de man van Maria. Johannes noemt namelijk een Klopas die getrouwd is met een Maria (populaire naam blijkbaar) als zus ofwel schoonzus van Maria de moeder van Jezus [3]. Een historische zoektocht maakt dit verhaal wel extra spannend. De ontmoeting zou dan tussen de opgestane Heer Jezus en zijn oom zijn! Vervlogen dromen Nu het verhaal zelf. De twee leerlingen komen verslagen over. Hun wereld is zojuist ingestort. De vrouwen bij het graf en Petrus' getuigenis hebben hun niet overtuigd dat Jezus uit Nazareth uit de dood is opgestaan/ opgewekt. Ook niet dat dit allemaal op de derde dag gebeurde zoals Jezus eens voorzag (vs. 22 - 24). Zelfs hemelse wezens mochten niet baten. Het zou maar heel goed kunnen dat de vreemdeling die zomaar met hen meereisde hen daarom traag van begrip vond. Het is toch allemaal al gezegd en voorzegd? Maar terug naar hun verslagenheid. Het zegt iets dat zij hem een machtig profeet noemen. Dat is net wat anders dan een Messias (gezalfde, bevrijder), maar hun verwachting was hetzelfde als die van velen die over een Messias spraken: er komt iemand die Israël zal bevrijden (vs. 21). En dat gebeurde niet. In ieder geval niet door Jezus van Nazareth die gekruisigd is. Wat een klap zou dat zijn geweest.


We kennen de politieke belofte maar al te goed. Elke politicus belooft verandering en sommigen beloven meer dan dat. Een walhalla, een hemel op aarde. Als je voor mij kiest dan komt het goed. Zouden politici niet beseffen, niet weten of niet willen weten, dat de invloed van een regeringsleider maar zo ver reikt als de bereidwilligheid van de invloedrijke gezaghebbers? Of hebben ze echt de overtuiging dat zij -ten overstaan van alle voorgangers- dat glorieuze rijk kunnen brengen? Ergens zal je dat zelfvertrouwen wel moeten hebben denk ik. Wat we in ieder geval niet moeten hebben, is een passieve overgave aan de status quo. We mogen toch werken naar iets anders, beters en mooiers voor iedereen? De grote vraag is of dat kan. Is dat niet een vorm van wensdenken? De twee leerlingen verlangden er wel naar. Bevrijding. Maar bevrijding waarvan? De Romeinen? De priesterlijke orde? Armoede of hun eigen mentale staat? Hun gevoel van machteloosheid? Het is gissen, maar dat wat ze verwachtten is niet uitgekomen. Jezus is niet meer in het land van de levenden. Althans, in hun gedachten. Hij zit in elk geval niet op de troon van een prefect of tetrarch zoals Pontius Pilatus of Herodes Antipas. En zeker niet op de troon van een monarch als koning David. Het land is niet één, maar verdeeld in vele stukken.

Welke verwachtingen zijn er van jou niet uitgekomen? Waar had jij je hoop op gevestigd? Welk ideaal of streven is niet overeind gebleven? Het leven zit vol van vervlogen dromen en onvervulde wensen. Zoals mijn vader eens zei: "zo is het leven."

De Vreemde Voorbijganger

In deze verslagen verwachting, die zo te lezen geanimeerd in discussie werd gebracht, komt er een man naast hen lopen. Ik spreek van lopen vanwege het verhaal van Marcus, maar hoe ze reizen wordt eigenlijk niet genoemd. Op een of andere manier heb ik het beeld van twee mannen op een huifkar op mijn netvlies staan. Een huifkar die door een paard voorwaarts wordt getrokken, maar we lezen hier niets over. Met die 11 kilometer (zestig stadie) die zij moeten afgaan van Jeruzalem terug naar hun woonplaats Emmaüs is lopen ook goed mogelijk namelijk [zie 2]. Waar Emmaüs precies ligt vandaag de dag is moeilijk te zeggen. Er is een plaatsje dat Imwas heet en als Emmaüs Nicopolis (huidig Palestijns gebied) wordt beschreven, maar dat is toch wel een eindje verder weg (47 km volgens Google Maps).


Hoe dan ook, de twee leerlingen waren niet ver van huis toen zij in gesprek raakten met de onaangekondigde reisgenoot. Wij weten als lezer wel wie hij is, maar deze leerlingen hebben geen benul. Sterker nog, Kleopas noemt hem zelfs een vreemdeling (vs. 18). De titel vreemdeling kun je op meerdere manieren lezen. Dat is aan de ene kant iemand die simpelweg zijn geboorte of burgerschap niet in dit gebied heeft liggen, maar elders. Het is een buitenstaander. Kleopas, weet tegen wie je het zegt! Aan de andere kant zien we dat het woord in het Nieuwe Testament ook gebruikt wordt voor iemand die ergens tijdelijk is, aan het doorreizen of voorbij gaat. Het is een passant, een voorbijganger. Zo gebruikt Lucas de term vreemdeling (pároikos) om de toestand van Abraham en Mozes te beschrijven [4]. In de toespraak van Stefanus zijn zij beiden in een land dat niet van hen is, Abraham ging van de Chaldeeën naar Charan en Mozes van Egypte waar hij opgroeide naar Midjan (Hnd. 7). Zijn punt is helder: Israël is altijd een reizend volk geweest en God woont niet hier op aarde maar heeft een hemels thuis. De tempel doet er niet toe. Wij zijn slechts passanten, reizigers die onderweg zijn naar waar ons werkelijke thuis is. Stefanus' vurige boodschap werd niet aangenomen. Hij werd ervoor gestenigd. De vreemdeling in het verhaal belichaamt deze spanning: hij is er lijfelijk wel, maar wordt niet herkend (vs. 16). Hij is ergens al overgegaan naar dat hemels bestaan.

Zijn wij als mensen en specifieker als volgelingen allemaal vreemdelingen die onderweg zijn naar een hemels thuis? Hoe vaak maken we dingen mee die ons vreemd voelen en aandoen? Ja, we hebben zorg voor onze omgeving en tegelijk zijn we al deel van de nieuwe wereld: het koninkrijk van God.


Samen Eten doet meer dan een Stevige Bijbelstudie Dan komen we tot het punt dat de twee leerlingen de vreemdeling uitnodigen om te blijven overnachten. En deze gastvrijheid wordt hen dubbel en dwars terugbetaald met een prachtige onthulling. Bij de maaltijd wordt het duidelijk: de vreemdeling is de man op wie ze zo hadden gehoopt. Een paar observaties. Observatie nummer 1: Het is niet door de uitgebreide theologische discussie of Bijbelstudie waardoor de leerlingen hem herkenden. Het is door samen met elkaar te eten. Iets wat zo typerend en eigen is aan Jezus' leven. Meer dan dat hij sprak en onderwees, zat en lag hij met mensen aan tafel. Hij werd niet voor niets een vreetzak en dronkenlap genoemd! Je kunt ook zeggen dat het ene dat andere voorbereidde als een assist in een voetbalwedstrijd. De schriftuitleg bereidde hen voor om de symboliek van de maaltijd te pakken. Wie had niet bij deze Bijbelstudie willen zijn? Hun harten brandden! Ze krijgen vanuit de Thora (Mozes) en de profeten te horen dat de Messias lijden moest om zijn glorie binnen te gaan (vs. 26). Ze zien nu met eigen ogen dat het breken van het brood, iets wat hij al eerder deed op een afgelegen plaats (Lc. 9: 16) en bij de laatste maaltijd (Lc. 22: 19), verwijst naar het breken van zijn lichaam. De een denkt dat zij hem herkenden toen zij zijn doorboorde handen zagen, de ander zegt door de onverwachtse gezagspositie die Jezus innam aan tafel [5]. Hij neemt de leiding in andermans huis! Maar is de herkenning niet in de handeling zelf? Hij nam het brood, zegende het, brak het en deelde het uit (vs. 30). En beseften zij toen niet dat hij -net als wij- door God apart is gezet, gezegend, gebroken en uitgedeeld wordt aan de wereld?

De Zachte Krachten Zullen Winnen Daarmee de tweede observatie. Het is niet door grootspraak, overwinning en gejuich dat God zijn grootheid laat zien, maar door kwetsbaarheid, vrijwillige overgave en verdriet. Waarom toch door deze elementen van leed? Is de natuur van deze wereld zo ver van Hem vandaan dat Hij niets anders kan dan zijn glorie daardoor heen te laten zien? Wat we weten is dat wanneer we zijn teruggeworpen of stopgezet door een crisis in ons leven, dat we vaak meer tot onszelf komen en beseffen waar het in het leven om draait. De tijd staat stil of gaat langzaam aan ons voorbij, we gaan mee met het ritme van het bestaan en zien en voelen de kleine dingen, de bloemen die beginnen te bloeien, de geuren en de kleuren van de lente. Een eenvoudig briesje blijft niet onopgemerkt. We zien de omschakeling van de seizoenen en komen tot de ontdekking dat het de zachte krachten zijn die zullen overwinnen, niet de harde krachten:

De zachte krachten zullen zeker winnen in 't eind - dit hoor ik als een innig fluistren in mij: zo 't zweeg zou alle licht verduistren alle warmte zou verstarren van binnen. De machten die de liefde nog omkluistren zal zij, allengs voortschrijdend, overwinnen, dan kan de grote zaligheid beginnen die w'als onze harten aandachtig luistren in alle tederheden ruisen horen als in kleine schelpen de grote zee. Liefde is de zin van 't leven der planeten, en mense' en diere'. Er is niets wat kan storen 't stijgen tot haar. Dit is het zeekre weten: naar volmaakte Liefde stijgt alles mee.

Het Vreemde Uitnodigen doet Wonderen Als derde observatie wil ik noemen dat het verhaal heel anders zou verlopen als de twee leerlingen deze vreemdeling niet hadden uitgenodigd. Hoe verleidelijk is het om in tijden van verdriet de deuren te sluiten en de maaltijd in je eentje te nuttigen? We kunnen de neiging hebben om onszelf op te sluiten en af te sluiten door de dingen die we meemaken, maar Kleopas en zijn medereisgenoot doen dat niet. Als zij hadden geluisterd naar die emoties die, naast hele mooie uitingen, ons ook omlaag kunnen brengen, dan hadden zij dat moment van herkenning nooit gehad. Nu kennen zij de vreugde van de opstanding. En dat door open te staan voor een vreemdeling. Ik las laatst een artikel van Sheri van Dijk die zegt dat je soms het tegenovergestelde moet doen dan je emoties je aangeven om de storm van binnen te stillen. Ben je geneigd om van iedereen weg te keren wanneer je iets ergs meemaakt? Dan kan het weleens helpen om juist mensen op te zoeken. De connectie met anderen kan ervoor zorgen dat je je meer thuis voelt in het leven. Ook al is het makkelijker gezegd dan gedaan, het kan -naar eigen ervaring- een steun zijn. Dat is wel wat de leerlingen hebben ervaren die ene dag.

Sta je weleens open voor nieuwe mensen of dingen? Of ben je geneigd bij het bekende te blijven? Het kan zijn dat je juist je angsten overwint door te doen waar je zo bang voor bent. Natuurlijk geldt dat niet voor alles, maar hele sterke emoties staan soms een doorbraak in de weg. Gezonde angst heb je ook trouwens. Ergens heb ik gehoord: "Angst is wijsheid in het oog van gevaar." Maar het gaat erom dat juist het onbekende of vreemde je tot hulp kan zijn.

Slot: De Weg van de Messias

Tenslotte keren de twee Emmaüsgangers weer terug naar Jeruzalem om aan hun medevolgelingen van Jezus te vertellen wat ze hebben ervaren. Zij hadden het blijkbaar nodig om de weg van de Messias, het leed, de gebrokenheid en kwetsbaarheid, zelf te ervaren. Ze hebben met hem meegelopen en met hem gegeten, ze hebben met hem geleden. Daar zit de kracht. De kracht ligt in de kwetsbaarheid. En het is aan ons om vandaag de dag niet mee te gaan met de borstklopperij, de grootsprekerij en simpelweg terreur van machthebbers en leiders. Ook geestelijke leiders helaas. Het zijn niet de harde krachten die zullen winnen, maar de zachte krachten van nederigheid, zachtmoedigheid en ruimhartigheid. De krachten die we vaak juist ontdekken in persoonlijke en gedeelde leed. Dat is de weg van de Messias en zo ook die van ons.



 

Bronnen 1. Funk, Robert Walter. (2014). The Gospel of Jesus: According to the Jesus Seminar. 2. Volgens Noort, E., Eynikel, E., Baarda, T., & Denaux, A. (2001). Internationaal Commentaar op de Bijbel. Uitgeverij Kok. 3. Hegesippus noemt een ene Simon de zoon van Kleopas en neef van de Redder, wijzend op Jezus uit Nazareth. Zie Eusebius: Historia Ecclesiastica, 3.11 4. Kittel, Gerhard, Friedrich, Gerhard.(1979).Theologisches Worterbuch zum Neuen Testament; X-2. Stuttgart, Jerman:W. Kohlhammer Verlag. 840-9. 5. Mulder, Harm. (1988). Lucas II: Een Praktische Bijbelverklaring.

Comments


bottom of page