top of page

Vrienden vóór het Leven

Waar zijn we zonder goede vrienden? Ik weet dat ik niet zonder kan. Ook in de evangeliën lezen we van een bijzonder verhaal over vriendschap. Jezus lijkt er voor open te staan dat anderen het vertrouwen kunnen hebben namens jou. Laten we dat verhaal van dichtbij bekijken en ontdekken dat er zoiets bestaat als het overwinnen van schaamte door het vertrouwen in de goedheid van God. We zijn meer dan ons verleden. Juist Jezus kijkt naar onze toekomst.


Foto door mododeolhar


Het is alweer 22 jaar geleden dat ik als zestienjarige voor het eerst een kerk binnenliep en ontdekte dat er iets is buiten de zichtbare wereld. Er is een God en hij is persoonlijk en dichtbij. Ik voel nog bijna wat ik op dat moment ervoer toen ik de indruk kreeg van een stem die zei dat ik een hemelse Vader heb. Ik heb me nog nooit zo gekend gevoeld. Het leek alsof ik oog in oog stond met iemand die er altijd al was en precies wist wat ik had meegemaakt. Ik was overweldigd en rende naar voren om antwoord te geven op de vraag of er iemand is die zijn leven aan Jezus wilde geven. Een niet te missen mogelijkheid die nog steeds in pinkster-evangelische kerken aangeboden wordt, en terecht. Het is nauwelijks te verklaren, maar op dat moment deden mijn stappen naar het altaar (altar call) ertoe. Ik kwam in actie. Ik had het geweten. Het was het begin van een ongekend hobbelige reis en dat is bijna een eufemisme te noemen. Die beschrijving doet geen recht aan alle pieken en dalen, de toppen waren hoog maar de diepten uiterst diep. En toch kan ik zeggen dat niemand me zo dichtbij staat als God, die inderdaad er altijd zou zijn. Die toppen zouden er niet zijn en de diepten zou ik niet overleefd hebben zonder die nabije presentie. Hij heeft mijn hele leven op zijn kop gezet en ik zou niet de man zijn vandaag zonder alle mensen en momenten die mij zijn gegeven. En dat allemaal begon met vriendschap. De vriendschap van de man die vandaag-de-dag nog steeds mijn vriend en broer is. En mij keer op keer weer naar God bracht. Hij wist me te 'strikken' die ene zondagochtend om mee te gaan naar zijn thuisgemeente. De belofte van een middagje 'gamen' werd voor mij een levensveranderende ervaring.

Vrienden voor het Leven Ik moet denken aan het verhaal van de vier vrienden die hun verlamde vriend naar Jezus toe brachten (Mc. 2: 1-12; Mt. 9: 1-8; Lc. 5: 17-26). Dat zowel het Marcusevangelie als de twee andere synoptische evangeliën het verhaal op hebben genomen zegt iets over de overlevering van het kostbare verhaal. Het heeft de test van de tijd doorstaan en nu mogen wij medegetuigen zijn van de waarde van vriendschap (Marcus noemt gewoon 'mensen'). Jezus was na een geweldige tour in Galilea terug in Kafarnaüm, een plaats noordelijk van het meer. Marcus noemt dat Jezus weer thuis was en dat klopt. Hij heeft zijn geboortestad Nazareth omgeruild voor de vissersdorp waar enkele van zijn trouwe volgelingen woonden. Het zou dus heel goed het huis van Petrus zijn, dat volgens archeologen opgegraven is (maar dat is niet zeker). Dat zou de situatie zelf wel lachwekkender maken nu de vrienden van de verlamde man het dak openbreken om hun vriend op zijn ligbed te laten zakken. Daar gaat je huis en werk. Dat openbreken kan trouwens heel goed bij deze platte daken die gemaakt zijn van riet en modder en wat niet (R. T. France, The Gospel of Mark, 122 e.v.). Waarschijnlijk stond daar ook een ladder bij, omdat mensen vaker hun daken op gingen (zie ook Hnd. 10: 9). Hoe dan ook, ze deden echt hun best om die beste man naar deze godsman te brengen. Wie was Jezus namelijk in hun ogen? Slechts een geneesheer, medicijnman, onderwijzer of toch een profeet? Ze hebben van hem gehoord. Dat staat vast. En ze zijn ervan overtuigd dat hij iets kan doen. Ze gaan door de menigte, misschien wel duwend, deels verontschuldigend, maar vastberaden naar de ladder omhoog het dak op. Ze zagen blijkbaar geen andere weg. Meeliften op het Geloof van Anderen Wat mij opvalt is dat niet het geloofsvertrouwen van de verlamde man centraal staat maar dat van deze vrienden. Hij ziet hun geloof, zegt Marcus. Dat gaat wel in tegen wat we altijd benadrukken. Je moet als individu Jezus in je hart aannemen en met je mond belijden dat hij Heer is. Dat is wat we met het zondaarsgebed doen. Maar nu gaat die vlieger niet op. De mensen die hem brengen zijn blijkbaar van Jezus' kunde overtuigd. Van de man zelf horen we niks. We moeten dus even loskomen van dat beeld van persoonlijke verlossing. Het gaat hier niet om 'gered te zijn voor de eeuwigheid' of misschien daagt het verhaal juist onze bestaande soteriologische beelden uit. Maar we staan voor nu stil bij die toewijding. Hebben we niet allemaal zulke vrienden nodig? Gaan we allemaal niet eens door tijden waarin ons geloof nog kleiner is dan een mosterdzaadje? Dan mogen we even leunen op het geloofsvertrouwen van anderen. Ik weet dat ik het nodig had. Niet alleen toen mijn vriend me meenam naar de kerk, maar ook in de donkere dagen van mijn leven. Ik moet hierbij ook denken aan de man die zich aanmeldde voor de commando's (KCT). Mijn broertje liet mij een filmpje zien waarin de man meedoet aan een fysieke opdracht om als hele groep op tijd de eindstreep te halen. Na uren rennen kregen ze het niet voor elkaar om die tijd te halen. En was deze bewuste man die de boel ophield en steeds achter de groep aan bleef. De rest mocht niet zeggen dat hij het maar moest bekijken. Hij moest als lid ook die eindstreep halen. "Wat als jij de laatste bent van deze groep. Wat zou jij willen dat anderen doen?" riep de commandant de groep na. Het is dus samen uit, samen thuis. En nu het opvallende. Hoewel de hele groep steeds vermoeiender werd, kregen de beste renners het voor elkaar om de zwakste schakel van de groep aan te sporen om harder te rennen. En tenslotte lukte het de groep om wonder boven wonder binnen de tijd de eindstreep te halen. De man zei dat hij nog nooit zo hard heeft gerend, omdat anderen hem letterlijk voortduwden. We hebben anderen nodig. Laat je het toe? Kun je het toelaten om geholpen te worden? Mag je van jezelf soms meeliften met het geloof van anderen? Ook ik moest in de meest donkere tijd van mijn leven bekennen dat hulp ontvangen geen teken van zwakte is, maar van kracht. Ik moest mijn trots laten varen. Bovendien komt er vast een moment -zoals de commandant zegt- dat ik anderen kan bijstaan. Kan ik ook die goede vriend zijn die er alles aan doet om mensen bij Jezus te brengen? Gods Goedheid is Groter dan ons Verlammende Verleden Een tweede punt wat opvalt is dat Jezus niet naar het verleden van de man kijkt maar naar wat hij kan zijn in de toekomst. Hij ziet de man eigenlijk al staan en lopen, maar waar hij in de problemen voor komt is zijn opmerking over vergeving. Dat is niet aan een mens besteed, volgens de schriftgeleerden aan God. Ze noemen het zelfs godslastering. En daar hebben ze ook gelijk in volgens de erkenning van de enigheid van God in de shema (Dt. 6). Maar technisch gezien zegt Jezus niet dat hij hem vergeeft, maar geeft hij -zoals in de profetische traditie- de ander de zekerheid dat God dat zal doen (W. L. Lane, The Gospel of Mark, 95). Met andere woorden, hij neemt de gezagspositie in om die vergeving te garanderen. Dat doet hij in die dubbelzijdige betekenis van het woord 'mensenzoon'. Hij doet dat als een bijzondere figuur in de openbaringhistorie, maar ook als mens onder mensen (letterlijk betekent 'zoon van de mens' niets anders dan een kind van de mensheid). De nadruk blijft alsnog te liggen op de goedheid van God. De zin 'je zonden zijn vergeven' staat niet voor niets in de voltooide tijd. Het is een gedane zaak. 'Consider it done' zouden de Engelstaligen zeggen. Wat een geloofsvertrouwen om te zeggen dat de goedheid van God groter is dan de fouten van je verleden. Daarmee komt het matje -dat voor de armen een ligbed was- ineens symbool te staan voor het verwerkte verleden. Je historie, je fouten, gebroken relaties, je schaamte en je schuld neem je nog steeds mee, maar definiëren jou niet. Het matje draagt jou niet meer, jij draagt het matje nu (zegt kerkvader Augustinus terecht in Ben Witherington III, The Gospel of Mark, 118). Je gooit het niet weg, je negeert het niet, je lacht het niet weg. Je pakt het op en je loopt. Je bent nu een vernieuwde mens. Gebroken, beschadigd maar heel in Hem. Hij herschrijft jouw levensverhaal. Met andere woorden, nu niet meer 'the walk of shame', alleen maar 'the walk of grace'. Geloof dat zijn goedheid groter is dan jouw geschiedenis, jouw verlammende verleden. Kunnen we dat omarmen? Durven we dat te omarmen? Die ontzagwekkende genade die druppelsgewijs in onze harten valt?

De Beste Vrienden Brengen Je naar Jezus

Zonder vrienden, familie en vriendelijke vreemden zou ik er vandaag niet zijn. Zij grepen namens God in. Ook ik moest de schaamte overwinnen omdat ik het leven niet meer voor me zag. Maar dankzij Zijn liefde mag ik mezelf Gods kind noemen. Hij verklaart mij vergeven. Dat is wat iedereen zou mogen ervaren. Ik zou zonder deze mensen niet naar Cyprus zijn gegaan en de vriendelijkheid van vreemden hebben ervaren, mijn broers niet zien opgroeien, mijn neefjes niet zien spelen, mijn vrouw niet hebben ontmoet, onze lieve zoon niet geboren zien worden. Mijn verhaal zou een heel ander plot hebben gehad. En dat door vriendschap. Slechte vrienden houden je van het leven af, goede vrienden brengen je juist ernaartoe. De allerbeste vrienden brengen je naar het Leven zelf: Jezus, de Heer die ons Gods ware gezicht liet zien. We mogen opstaan, ons matje oppakken en met rechte ruggen verder lopen. Op weg naar huis.

Σχόλια


bottom of page