top of page

Waarom Jezus iemand een Dwaas noemt

Vaak wordt het verhaal van de man die schuren bouwde voor zijn overvloed een rijke dwaas genoemd, omdat hij alles voor zichzelf bewaarde. Maar nieuw onderzoek over het bewaren van voorraden in de Romeinse Tijd laat zien dat dit verhaal zich niet zomaar leent voor een christelijke oproep om niets te mogen bezitten. Wat is die oproep dan wel en wat zegt het ons vandaag?

Foto door Nav Photography

De rijke dwaas Laten we eerst starten met de parabel van Jezus zelf. Die wordt in het evangelie van Lucas vertelt als reactie op een vraag van iemand uit de menigte. Een man vraagt Jezus of hij zijn broer niet kan aanspreken om de erfenis met hem te delen. Jezus lijkt hier niet zo van gediend te zijn. 'Vriend, wie heeft mij aangesteld om als rechter of scheidsrechter op te treden?' (Lc. 12: 14). Opmerkelijk, want blijkbaar ziet hij zichzelf niet in de rol van Salomo of Mozes die veel meer hun wijsheid moesten aanwenden om dagelijkse disputen op te lossen. Maar ergens verbaast mij dat niet. Jezus wijst vaker op het nemen van je eigen verantwoordelijkheid dan dat hij problemen voor mensen oplost. Door zijn rondreizen van dorp naar dorp en van stad naar stad blijft hij nooit lang genoeg om mensen echt afhankelijk van hem te maken (kunnen we in de kerk wat van leren!). 'We moeten verder,' is zijn adagium. 'Het goede nieuws van het koninkrijk moet doorverteld worden'. Best bijzonder, omdat de meeste rabbi's of genezers in die tijd op een centrale plek bleven en mensen naar hen lieten komen. Jezus niet! Gaat het alleen over rijk zijn? Het verhaal van de rijke dwaas wordt dus verteld in de context van het willen hebben van vele bezittingen, maar daar lijkt het niet alleen maar over te gaan. Het gaat om dat gevoel waar we door gegrepen kunnen worden dat ons aanmoedigt om steeds meer te willen hebben: hebzucht. Een van onze oude vrienden. Je mag zeker wel spullen hebben, maar hoe ver moet dat gaan? In het verhaal zelf hebben we met een succesvolle ondernemer te maken. Hij zal waarschijnlijk niet zelf op het land aan het ploegen zijn geweest als 'rijke man', maar hij produceert een hoop. Hij had al wat schuren staan, maar breekt die af om grotere schuren te bouwen voor zijn graan en andere goederen. Het geval wil dat wanneer hij al zijn goederen weet op te slaan in deze uitgebreide opslagplekken hij zelf niet meer lang te leven heeft. Hij sterft als een dwaas, zoals Jezus dat in mond van God plaatst. Dwaas (aphron), een woord dat trouwens vaker in de bijbel voorkomt. Je kunt dus wel rijk zijn in bezit, maar dat maakt je niet rijk bij God is de slotzin van de parabel.

Of alleen over hebzucht?

Nu kunnen we hiervan leren dat je op moet passen voor hebzucht, om je te laten grijpen door dat gevoel om steeds meer en meer te willen hebben. En daar kunnen we best voor waken. Wij zijn meer dan ons bezit. Onze eigenwaarde ligt niet in de dingen die we hebben. Dat leert Jezus ons ook. Maar nu las ik laatst een artikel in Trouw over het onderzoek van Astrid van Oyen, een Vlaamse archeologe aan de Cornell University in de Verenigde Staten. Zij onderzoekt hoe volken en met name de Romeinen hun voorraden aanlegden, want dat zegt volgens haar veel over de mentaliteit van mensen. En natuurlijk ook over de sociaal-economische positie van de bewoners in het rijk. Nu lees je sowieso niet veel over de 99% van de mensen die niet de luxe hadden om graanschuren aan te leggen. Je leest vooral over de elite die daarnaast het vermogen én het sociaal netwerken hadden om een plekje in de geschiedenis te veroveren. Maar wat zij heeft ontdekt, is dat die schuren ook vaak gebouwd werden om op het hoogtepunt van de vraag die grote voorraden voor de hoofdprijs te verkopen. De granen werden dan op een specifieke manier opgeslagen, net onder de grond om ervoor te zorgen dat het niet bederft. Op het moment dat de armoede onder de mensen echt niet veel groter kon worden, kwamen de granen pas naar buiten ter distributie. Met alle handelroutes die er waren in die tijd tussen Egypte en Rome onder het regime van keizer Augustus (44 BCE - 14 CE) kunnen we ervan uitgaan dat deze praktijk ook plaatsvond in de dagen van Jezus. Met het gegeven dat landbouwers onder de landeigenaren het zwaar te verduren hadden, waren zij zelf dus ook deel van de 90% van de mensen dat arm was. Er zou een voorzichtige opkomst van een middenklasse kunnen ontstaan, maar een overgroot deel van het volk kon alleen kopen wat zij direct nodig hadden. Hoe afhankelijk was je van de goedheid van je buren en familie om je dagelijkse kost te kunnen hebben? Denk maar aan de parabel van Jezus over de man die brood wilt lenen van een vriend (Lc. 11: 5 - 13). Dat was vast geen uitzondering. Of ook over een menswaardige economie? De parabel van Jezus over de rijke dwaas hoeft dus niet alleen te gaan over het willen hebben van bezittingen, maar des te meer over het niet delen met de mensen die het hard nodig hebben. Je maakt op die manier misbruik van de basale behoeften van mensen. Je wilt alles eruit halen in plaats van op een humane manier ervoor te zorgen dat mensen in hun basisbehoeften zijn voorzien. Gaat het dan om opslaan van producten an sich? Dat denk ik niet. We mogen als mensen best voorraden aanleggen, ook dat is slim rentmeesterschap. En de ondernemer mag best aan die voorraden verdienen, maar moet dat ten koste van alles zijn? En moet de opbrengst altijd maximaal zijn? Dat dit repercussies heeft op onze tijd en hoe wij onze commercie en economie inrichten mag -denk ik- duidelijk zijn. Denk maar eens aan hoe er om wordt gegaan met de vaccins van het coronavirus. De welvarende landen kopen die massaal in, soms wel drie keer meer dan ze als land nodig hebben. Rijke landen en economieën als de EU, de VS, het VK, Canada, Japan, Zwitserland, Australië, Hong Kong, Macau, Nieuw-Zeeland, Israel en Koeweit hebben samen 53% van de volledige opslag opgekocht, terwijl ze samen slechts 14% van de wereldpopulatie vertegenwoordigen. Dat raakt precies de kern van Jezus' boodschap! Want wat moeten de armere landen nu doen om hun inwoners van deze vaccins te voorzien? Ook al komt de parabel niet in de andere evangeliën voor (Lucas sondergut) en kun je dus niet op keiharde gronden beweren dat deze woorden historisch door Jezus zijn uitgesproken, toch kun je deze woorden wel in de geest van Jezus' boodschap toekennen. Zij zijn namelijk heel sterk verwant aan de woorden van Jezus in andere verhalen. Denk maar eens aan de discipelen die op sabbat graan plukken en eten (Mc 2: 23 - 28; Mt. 12: 1 - 8; Lc 6: 1 - 5). Dat is zeker 'not done' en toch laat Jezus dat toe, omdat de wetten en regels voor de mens zijn gemaakt en niet andersom. Mensen staan boven systemen. Die regels horen juist het welzijn van mensen te bevorderen. Dat is zeker deel van Jezus' boodschap aan ons. En die menselijke boodschap mag vandaag ook weer klinken, nu een overgroot deel van de wereldpopulatie moet lijden onder de hebzucht van de enkelingen, de rijke dwazen.

Comments


bottom of page