top of page

Werd zijn Aandacht voor de Armen Jezus Fataal?

Toen Tiberius Gracchus in 137 C.E. door het gebied ten Noorden van Rome reed, schrok hij enorm van de toestand van de armen, de boeren en de slaven. Hij besloot zich toen in te zetten voor een agrarische hervorming, die het land van de staat en de rijken zou (terug)geven aan de allerarmsten. Het verzet tegen deze 'populistische maatregel' was groot bij de Romeinse senaat, die vooral belangen hadden bij de steun van de rijken. Toen de stemmen werden geteld, ving er een een heftige strijd aan. De wet vond doorgang, maar Tiberius werd gedood. Je zou denken dat dit verhaal een uitzondering is in de geschiedenis van het grote Rome, maar ook zijn broer Gaius Graccus kwam later zo ten einde. Een eeuw eerder werd een Galilese man van de armen ook vervolgd en gedood. Zou ook hij te maken hebben gehad met de lange arm van de Romeinse senaat? Werd zijn aandacht voor de armen hem ook fataal?

Foto door Pixabay via Pexels


Het zou Jezus' veroordeling tot het kruis in een heel ander daglicht stellen. Niet de toenmalige Judeeërs, vaak als de vijandige groep 'de Joden' bestempeld in het Nieuwe Testament, zijn de aanjagers van zijn einde, maar de Romeinen. We lezen in de evangeliën wel over de rol en betrokkenheid van de prefect Pontius Pilatus (26 - 36 C.E.) bij het rechtsproces. Jezus zou ten gunste van een moordende oproerkraaier genaamd Barabbas onder Romeins gezag gemarteld en gekruisigd zijn (alle vier bijbelse evangeliën noemen dit). Het volk, dat vooral uit Judeeërs zou bestaan, verkoos een crimineel boven een dwarsdenker. Wij krijgen via deze verhalen vooral de indruk dat het om een interne (religieuze) aangelegenheid gaat die zich onder de Judeeërs zelf afspeelt. De Romeinen hebben er niet veel mee te doen en bezwijken onder druk van het Judese volk om deze onschuldige man naar een kruisdood te veroordelen. Het lijkt wel alsof het grote en machtige rijk voor het karretje van een overheerst volk worden gespannen, maar is dat ook echt zo? Hebben de Romeinen een niet veel grotere rol gespeeld bij het wegwerken van een man die, net als andere 'public enemies', te veel aandacht schonk aan de armen? Werd zijn missie van de bekrachtiging van de zwakken hem uiteindelijk niet fataal?

De Romeinen en de dood van Jezus

Het is geen nieuw inzicht trouwens. De rol van de Romeinen bij de dood van Jezus uit Nazareth wordt al langer onderzocht. De evangeliën zouden veel meer de polemiek tussen de nieuwe Joodse sekte en het toenmalig jodendom benadrukken nu zij veel scherper tegenover elkaar zijn gaan staan na de Joodse oorlog (na 70. C.E.). De mensen van deze joodse sekte, die later bekend zouden staan als christenen of mensen van de Weg, werden uiteindelijk niet opgenomen in dat grotere geheel. Logisch dat die gemoederen weerspiegeld worden in de geschriften die in deze roerige tijd werden geschreven. Ook de schrijvers en verzamelaars waren op zoek naar een antwoord op de vraag: 'Wie is Jezus en wie zijn wij als een christelijke gemeenschap in een vijandige omgeving?' Mij gaat het meer om de bijna systemische uitschakeling van mensen die binnen het Romeinse rijk iets voor de armen wilden betekenen. Mary Beard, een Britse classica van de universiteit van Cambridge, schrijft daar geweldig mooi over in haar SPQR, a history of ancient Rome (2015). Zij weet het veelvoud aan antieke geschriften en archeologische vondsten over de ontstaan en expansie van Rome tot een toegankelijk verhaal bij elkaar te brengen. Ontzettend knap gedaan, jaloersmakend zelfs. Het boek staat vol met papiertjes tussen de bladzijden waar ik ineens een verbinding zag met de zoektocht naar Jezus en zijn tijd. Een klein inzicht dat net even een ander licht werpt op zijn leven. Beard beschrijft meerdere keren de intolerantie van de Romeinse senaat voor politici die de conditie van de armen wilden verbeteren. Van valse vriendschappen en verraad tot aan vernederingen en venijnige dolksteken rondom de macht van de senaat. Alles komt aan bod in de historie van Rome.

Van Rome naar Galilea

Nu is de brug van een welbekende Romeinse politicus naar een onbekende Galilese plattelander niet zo snel gemaakt. Dat moet ik in alle eerlijkheid bekennen. Dat de senatoren die aandacht voor de armen hadden, werden gedood, betekent niet per definitie dat iedereen die dat deed eenzelfde lot zou treffen. En toch moeten we die stelling durven te onderzoeken, want dat zou met terugwerkende kracht kunnen betekenen dat de beweging rondom deze Jezus uit Nazareth een zeker momentum had en als bekrachtiging van de armen begon op te vallen. Maar de grote vraag is 'wat maakt die aandacht voor de armen nou zo bedreigend voor de senatoren?' In de eerste plaats is dat een zaak van macht. Stel je eens voor dat een substantieel deel van de bevolking zich achter je gaat scharen. Dat zou de verkiezing van de populistische senatoren (populisme als wil van het volk) op een heel andere manier zeker stellen dan hoe dat normaal gesproken ging in die tijden. Ook toen had je al rijke sponsoren en gunstige connecties nodig om verkozen te worden. Maar naast deze politieke kant van deze vraag speelt ook de morele kwestie. In de ogen van de Romeinen én van de Grieken werden de armen totaal niet bij het gewone volk meegerekend. Zij waren gespuis.


Armen in de Griekse en Romeinse wereld

Volgens Mary Beard was het overgrote deel van de ongeveer 50 miljoen inwoners van het Romeinse rijk plattelandse boeren, die van hun land konden leven en heel soms hun overschotten konden verkopen. Voor hen veranderde hun leven niet dramatisch bij de komst van de Romeinen [1]. Je had daarnaast een klein percentage van rijke en welvarende mensen, maar je had ook nog de armen. Over plattelanders lees je niet zoveel als over de stedelingen, maar over de allerarmsten is er zeker niet veel te vinden. Die waren volledig insignificant in Romeinse tijden. Er is een afbeelding gevonden van een vrouw die een aalmoes aan een bedelaar geeft, maar dat is hoogst uitzonderlijk (zie hierboven 'het Huis van Julia Felix in Pompeii', 1ste eeuw C.E.). Deze groep van mensen moest je vermijden. De moralisten adviseerden je niet te omringen met deze mensen. Sterker nog, er was een wet die het toestond om mensen te vervolgen die in grotten hun toevlucht zochten (lees in dit verband maar eens Jezus en zijn ontmoeting met de grotbewoner in Mc. 5). De allerarmsten horen hier niet thuis en kregen dan ook geen aandacht. Het probleem zou zichzelf met de tijd wel oplossen [2]. Net als bij Romeinen maken de Grieken een onderscheid tussen de handwerkers met bezit (pentes) en de échte bezitloze mensen (ptóchos). De Griekse denker Aristoteles bijvoorbeeld verdeelt het land in rijken (plousoi), handwerkers (pentes) en het volk (démos). De bedelaars (ptóchos) worden niet eens genoemd. Die worden alom veracht in de Griekse cultuur, die ook zijn invloed had in het Judese thuisland.

De Judeeërs en de armen

Het maakt het dan extra bijzonder dat te midden van de Griekse-Romeinse wereld de Hebreeuwse bijbel (O.T.) en het Nieuwe Testament wel degelijk een oproep doen tot het omkijken naar de armen. 'Niemand van jullie zal in armoede leven' zegt het boek Deuteronomium (Dt. 15: 4) als belofte aan de aartsvaders. Een belofte die telkens weer wordt aangehaald in de historie van het Judese volk. In het evangelie van de armen, zoals de mini-bio van Lucas wordt genoemd, citeert Jezus in zijn 'home town' de profeet Jesaja:

‘De Geest van de Heer rust op Mij,

want Hij heeft Mij gezalfd,

Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij Mij gezonden,

om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken,

en aan blinden het herstel van hun zicht,

om onderdrukten hun vrijheid te geven,

om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’ (Lc. 4)


Daarmee staat heel zijn publieke optreden in het teken van de verdrukten, de mensen in de marge. Niet alleen Jesaja, maar ook andere profeten zoals Amos herinnerden de onderdrukkers, zoals de rijke boeren in Oud-Israël, aan het zevende sabbatsjaar waarbij de slaven vrijgelaten moesten worden (Am. 2). Dat waren soms zelfs kinderen van de arme boeren die de hoge rente niet konden betalen [3]. Jezus lijkt in eerste instantie in deze traditie te staan wanneer hij juist de armen als bevoorrechte mensen ziet. Niet voor de rijken, maar voor hen is het koninkrijk van God (Lc. 6: 20). Een belachelijk idee voor de Romeinen en de Grieken, die de rijke en machtige mensen een plaats in het koninkrijk geven. Zeker de Romeinen hadden er een handje van om de eigen heersers na hun dood tot goden om te dopen. Sommigen zelfs voor hun dood. De adoptiezoon van Julius Ceasar keizer Augustus noemde zichzelf al 'Divi Filius', zoon van god, voordat hij volgens ooggetuigen naar de hemel voer. Daarmee werd hij met alle voorgangers samen tot het rijk van de goden gerekend, het koninkrijk van de hemel is voor hen.

 

Uitstapje: woorden doen ertoe

De historische Jezus-onderzoeker Dominic Crossan maakt hierbij wel een onderscheid tussen de armen met bezit (penés) en de armen zonder bezit, de échte behoeftigen (ptóchos). Dat onderscheid zagen wij ook net bij de Romeinen en de Grieken. Hij pleit ervoor om vooral die laatste groep als de doelgroep van Jezus te zien, dus de mensen die volledig op zichzelf waren aangewezen, ontdaan van huis en haard [3]. Dat zou ik zelf wel een heel aantrekkelijke gedachte vinden. Een beweging van mensen die werkelijk niets hadden geleid door een man die vrijwillig dezelfde levensstijl aannam. Het heeft een zekere charme. Het zou op z'n minst eenieder moeten aanspreken en uitdagen die vandaag-de-dag een volgeling van hem is. Alleen is het best moeilijk om die conclusie te trekken aan de hand van die twee woorden die Crossan gebruikt. Alles wijst namelijk in de richting dat die woorden vaak door elkaar heen werden gebruikt, zowel in de Hebreeuwse bijbel als in het Nieuwe Testament. Ja, het onderscheid tussen de armen met en zonder bezit wordt gemaakt, maar bij de vertaling van het Hebreeuws naar het Grieks (LXX of Septuagint, die bij Jezus en zijn tijdgenoten bekend was) worden zo'n zes Hebreeuwse woorden teruggebracht naar twee Griekse: penés en ptóchos. En in beide gevallen kan het gaan om meerdere betekenissen: een nederige of zwakke persoon (geestelijk arm), een arme handwerker die net zichzelf kan bedruipen en de werkelijke hulpbehoeftige, de afhankelijke bedelaar [5]. In de bijbelse evangeliën is ptóchos als Griekse alternatief populair als verwijzing naar de armen. Vooral het Lucasevangelie valt op. Door tien keer ptóchos te gebruiken, maakt hij er evenveel gebruik van als het Marcus- en Mattheüsevangelie samen. Opmerkelijk is de variant van Mattheüs in vergelijking met de Lucasversie van de armen. In zijn versie van de Bergrede zijn het de armen van geest, de nederigen van hart, niet de materiële armen, die het koninkrijk van de hemel beërven (Mt. 5).


 

Jezus en het koninkrijk van de armen

Had Jezus dan alleen oog voor de armen of mocht iedereen toegang krijgen tot dat hemelse koninkrijk? Bekijk je dit van een pragmatisch oogpunt dan zou je kunnen zeggen dat de mensen in de dorpen en platteland meer oor hadden naar zijn boodschap dan de mensen in de steden. De stedelingen leken zich met andere zaken bezig te houden [4]. Heeft hij zijn boodschap daarop aangepast of was zijn verkondiging van begin af aan gericht op de mensen in de marge? Dat laatste lijkt meer het geval te zijn, maar hij sluit bij voorbaat de welvarende mensen niet uit. Voor de rijken wordt het moeilijk, maar niet onmogelijk om in dat nieuwe rijk van God binnen te gaan (Mc. 10: 25, Lc. 18, 25, Mt. 1: 24). De sleutel tot dat rijk is onze ontvankelijkheid [5]. Wie veel heeft, heeft veel te verliezen. Wie weinig heeft, heeft veel te winnen. Zo komt Jezus vooral veel in contact met de armen, de mensen die in sociaal-economische zin niet veel te bieden hadden. Dat kunnen dus heel goed de allerarmsten zijn geweest, maar ook de mensen die maar net rond konden komen van hun handwerk. Met de variatie van de armen van geest in Mattheüs komen de verschillende betekenissen van de Hebreeuwse bijbel ook hier weer samen.


Toch een bedreiging?

Het blijft een geweldige boodschap dat de toegang naar dit hemelse koninkrijk niet alleen bestemd is voor de elite. Jezus draagt de oude oproep om oog te hebben voor de armen, de wezen, de weduwen en de verdrukten lijfelijk uit door zich met hen te associëren. Sterker nog, de eerste en beste plaatsen in dit rijk zijn voor hen gereserveerd. In een wereld van 'cash is king' blijft dit een radicale omwenteling. Hij lijkt de boel volledig op z'n kop te zetten in een tijd waar de armen niet eens een stem hadden. Mogen we een beetje met onze verbeeldingskracht voorstellen wat voor effect zijn boodschap gehad zou hebben? Zouden de mensen niet in hem een voorvechter gevonden hebben, iemand die hen begreep en voor hen streed? Zouden zij daarom in hem iets van God herkend hebben, die door zoveel eeuwen heen via zijn profeten liet weten dat ook de zogenoemde 'nobodies' een plek in zijn hart hebben? Het is dan ergens niet zo vreemd om te bedenken dat iemand als hij weleens een bedreiging kon zijn voor de heersende orde. Hij wist de mensen om zich heen te verzamelen die door hen werden veracht en verguisd. De Romeinen spaarden hun eigen mensen niet eens met die ambitie, laat staan een vreemde Galileeër. Volgens de evangeliën wilden 'de joden' van hem af, maar misschien wilden de Romeinen dat net zo goed. Ook Pontius Pilatus moest tenslotte weer verantwoording afleggen bij iemand hoger in de orde dan hij. Er is altijd een grotere vis.


 

Meer lezen?

[1] Mary Beard, SPQR, A history of ancient Rome (Liveright, 2015), pp. 443 - 445 [2] Mary Beard, idem.

[2] 'Armen' in A. Noordegraaf e.a. (red.), Bijbels Woordenboek (Boekencentrum, 2005), 35 -38.

[3] Dominic Crossan, Jesus, A Revolutionary Biography. [5] 'Ptóchos' in G. Kittel (red.), Theologisches Wörterbuch zum Neuen Testament, pp. 885 - 915.

[4] Volgens Crossan is ook hier een ontwikkeling in te vinden. Later werden de steden juist interessanter. Jesus, A Revolutionary Biography.

[5] Met het koninkrijk bedoel ik niet wat we vaak begrijpen als naar de hemel gaan. Dat begrip leent zich daar niet zomaar voor. Het lijkt meer om een onzichtbare realiteit te gaan dat zichtbaar effect heeft.


Comments


bottom of page